Weer stilstaan bij de verwoeste dromen van de bombardementslachtoffers van 22 februari 1944.
Ruim 350 zangers, muzikanten, vertellers en dichters creëren samen op de avond van 21 februari vanaf 19 uur in de Molenstraatskerk en de Stevenskerk in Nijmegen ruim twee uur lang opnieuw een moment van leven, een moment van hoop op een mooie toekomst. Zij staan aan de vooravond van de herdenking van het bombardement op Nijmegen van 22 februari 1944 met hun muziek en woorden stil bij de verwoeste dromen van de vele slachtoffers van deze oorlogsramp. Dromen die we nooit moeten vergeten. De stad werd geraakt in het hart.
Verbinding
Met dit Moment van Hoop willen de organisatoren - brandgrens024.nl, het 4&5 mei comité en Gilde Nijmegen, stichting Wederopbouwstad Nijmegen, werkgroep oorlogsdoden Nijmegen - tevens verbinding leggen met de waanzinnige oorlog in Oekraïne. Honderden Oekraïners hebben in Nijmegen een tijdelijk thuis gevonden na hun vlucht. Ook zij blijven ondanks het dagelijks geweld in hun thuisland dromen van een nieuwe toekomst. De avond van 21 februari met deelname van acht (gemengde) koren, twee troubadours, een ensemble oude muziek en elf dichters moet ook hen weer kracht geven. De hoop op nieuw leven, een mooie toekomst mag immers nooit opgegeven worden.
Carnaval
Het is die 21 februari net als 79 jaar geleden carnaval. Destijds troffen de bommen ook carnavalvierders die juist in Nijmegen even afleiding wilden zoeken van de oorlogsellende. De klokken van de Stevenskerk zullen even voor zeven uur het moment van hoop inluiden.
Programma
De koren, Nijmeegs Mannenkoor, het Wereldmuziekkoor , Ex Falso, Good Company, El Mundo, Saudade, Cantus Obliquus, Hatikwa, Revolt Vocal Group, Cantemus, Campuskoor Veelstemmig. De troubadours, Dirk-Wim in t Hof, Karel Bosman. Ensemble Oude Muziek Casulana. Stadsorganist Jetty Podt
Dichters, vertellers: Stadsdichter Heidi Koren, campusdichter Derk Wijkamp, Qader Shafiq, Marcel Rözer, Rosanne de Boer, Yildiz Gies, Linda Vogelesang, Pauline Jansen, Gaiane Abrahamiam, Rob Jaspers, Marijke Hanegraaf.