Thema: Leven in de verwachting van Gods licht
Op weg naar advent voegen we ons in de lange rij van mensen, die zoeken naar een hoopvol perspectief in een wereld waarin dat regelmatig ontbreekt. Jeruzalem staat in de Bijbel voor de vernieuwing van hemel en aarde, de toekomst van God, waarin ieder volk dat in duisternis wandelt wordt beschenen door het licht, zoals het evangelie ons vertelt. De Psalmen 121 en 122 zijn pelgrimsliederen onderweg naar Jeruzalem.
Programma:
Lustorum animae, Orlando di Lasso (1532-1594)
The Preces and Responses, Richard Ayleward(1626-1669)
Psalm 121, chant: H. Walford Davies
“Meine Seele erhebt den Herren”, Heinrich Schütz(1585-1672)
Herr, nun lässt du deinen Diener,A.Hammerschmidt(1611-1675)
Taaveti Laul 121, Cyrillus Kreek (1889-1962)
Lied 737 : Jeruzalem, mijn vaderstad
Capella Cumerana zingt de maandelijkse vesperdienst, op de eerste zaterdag van de maand om 16:00 in de grote Stevenskerk in het centrum van Nijmegen. Koormuziek die tegenwoordig vooral tijdens concerten te horen is, wordt zo opnieuw in een liturgische context geplaatst. Dit geeft een diepere laag aan de tekst en muziek. De vespers worden georganiseerd door Stichting Ontcommer (Spiritualiteit en Cultuur in het hart van Nijmegen). Een bekend hoogtepunt in het jaarprogramma is het zingen tijdens de goed bezochte kerstnachtdienst in de sfeervolle Stevenskerk.
Gezongen avondgebed
In de traditie van de christelijke kerk worden er op verschillende tijden van de dag gebeden gezegd, met name in de kloosters en kerken. Dit koorgebed, of getijdengebed, heeft vaste momenten op de dag en een vaste structuur. Het bepaalt van oudsher het dagelijks leven in kloostergemeenschappen en ook van vele individuele gelovigen. De vespers zijn deel van dit dagelijkse getijdengebed. Ze zijn meestal een afwisseling van gezongen of gereciteerde psalmen, kantieken zoals het magnificat, hymnen, lezingen en gebeden. De koorvespers in de Stevenskerk worden doorgaans uitgevoerd volgens de zangtraditie van de Engelse Kerk, de Evensong.