Beelden
Stefanus-beeld
De Stevenskerk is genoemd naar Stefanus ofwel Sint Steven. Stefanus is de eerste christelijke martelaar en je vindt zijn beeld boven de hoofdingang; een werk van Giuseppe Roverso. De kostbare Stefanus-reliek die de kerk bezat, een deel van de arm van de heilige, verdween spoorloos na de inname van de stad door Prins Maurits in 1591. Stefanus is ook de stadspatroon van Nijmegen.
Arnhemse kat
Hoog boven op een pilaar vlakbij het Königorgel kijkt een kat op je neer. Het verhaal gaat dat die uit Arnhem komt. In de Tweede Wereldoorlog ontplofte er vlakbij de toren van de Stevenskerk een granaat en een deel van de toren stortte in. Na de oorlog werkte restaurateur en architect Schellevis aan het herstel van de kerk. Tegelijkertijd werkte hij aan de Arnhemse Eusebiuskerk. Schellevis wist van de rivaliteit tussen Arnhem en Nijmegen en liet bij wijze van grap uit een stuk oud natuursteen uit deze Arnhemse kerk een kat voor de Stevenskerk hakken.
Kraagsteentjes
In de crypte van de Stevenkerk zie je tientallen kraagsteentjes liggen. Ze waren bedoeld om in de kerk geplaatst te worden bij de restauratie na de Tweede Wereldoorlog. Zover is het nooit gekomen: de Rijksdienst voor Monumentenzorg keurde ze af, omdat ze niet in overeenstemming waren met het karakter van de kerk, die alleen maar bladmotieven heeft.. Maar het gerucht gaat dat de kraagsteentjes zijn afgekeurd op aandringen van bestuursleden uit die tijd. Zij herkenden zichzelf namelijk in de karikaturen.
Gebrandschilderde ramen
De vele hoge ramen laten veel daglicht toe in de Stevenskerk en bepalen zo de sfeer in de kerk. Sinds 2001 zie je er ook twee glas-in-loodramen, gemaakt door de kunstenaar Marc Mulders. Ze zijn een geschenk van de Radboud Universiteit aan de stad Nijmegen bij de viering van vijftig jaar medische faculteit. Het kleine raam, Stigmata, verbeeldt de zes wonden van de gekruisigde Christus. Het grote raam heet Pelikaan. Beide ramen verwijzen naar de christelijke traditie en naar begrippen uit de medische zorg. De kleuren en vormen uit deze ramen vind je terug in ons logo.
Muurschilderingen
In de middeleeuwen waren de muren van de kerk versierd met kleurrijke afbeeldingen vol verhalen en symbolen. Tijdens de reformatie verdwenen deze muurschilderingen onder een laag witkalk. Bij restauratiewerk zijn er weer enkele tevoorschijn gekomen en zorgvuldig geconserveerd.
Heilig Grafkapel
In de Heilig Grafkapel zie je restanten van afbeeldingen op alle muren en het gewelf. Bijvoorbeeld de twee personen die betrokken waren bij de graflegging van Jezus Het zijn Jozef van Arimatea met drie spijkers van het kruis en Nicodemus met de doornenkroon.
Sint Ontcommer, de Vrouw met de baard
Van alle muurschilderingen in de Stevenskerk is die van Sint Ontcommer, de Vrouw met de Baard de meest opmerkelijke. Sint Ontcommer was een prinses die zich net tot het christendom had bekeerd toen haar vader haar wilde uithuwelijken aan een heidense prins. De knappe Ontcommer bad toen om een lelijk uiterlijk, dat aanbidders zou afschrikken. De volgende ochtend wordt ze wakker met een snor en een baard. Geen man wilde haar nog hebben. Haar vader is daar zo boos over dat hij haar laat kruisigen. Het ware verhaal achter deze Vrouw met Baard ontdek je als je in de kerk bent.
Grafmonument
In 1469 stierf in Nijmegen Catharina van Bourbon, hertogin van Gelre. Catharina had grootse plannen voor de Stevenskerk. Ze wilde van de kerk een kapittelkerk maken. Daarom schonk ze een groot deel van haar vermogen aan de Stevenskerk. Daarnaast liet ze vastleggen dat ze in de kerk begraven wilde worden en dat gebeurde ook. In de een grafkelder van de kerk zie je een replica van haar grafkist en een muurschildering met haar familiewapen. In het koor staat haar grafmonument dat haar zoon Karel van Gelre in 1512 liet plaatsen.
Grafstenen
Behalve Catharina lagen er nog meer lokale beroemdheden begraven in de kerk. Op de grafstenen lees je namen van bekende Nijmeegse families, die je ook tegenkomt in Nijmeegse straatnamen zoals Smetius, Noodt en Goris.
Herenbank
Belangrijke mensen wilden ook in de kerk gezien worden. Daarom bestelde het stadsbestuur in 1644 de ‘Herenbank’ bij de Nijmeegse timmerman Cornelis Schaeff. De bank is versierd met houtsnijwerk en heeft een afdakje dat de heren moest beschermen tegen de poep van rondvliegende vogels. Oorspronkelijk stond de bank zo dat de stadsbestuurders met hun voorname gasten goed zicht hadden op de kansel. De luifel werd in 1676 toegevoegd, speciaal voor gezanten uit Holland die deelnamen aan het Nijmeegse vredescongres en hier de kerkdiensten bijwoonden.
Prinsenbank
De tweede luifelbank (1771) is eenvoudiger uitgevoerd. In het wapenschild met houtsnijwerk zie je links de Gelderse leeuw en rechts het wapen van Nijmegen. Dat herinnert aan de oorspronkelijke gebruikers van de bank, de gedeputeerden van het Kwartier van Nijmegen. Toen stadhouder Willem V in 1786-1787 even op het Valkhof woonde, gebruikte hij met zijn gezin deze bank, vandaar de naam de ‘Prinsenbank’.
Preekstoel
De rijkelijk versierde preekstoel in de Stevenskerk is in 1640 ontworpen en gemaakt door de Amsterdamse Joost Jacobs. Opnieuw zie je hier houtsnijwerk. De zuilen zijn kenmerkend voor de renaissancestijl.
Kroonluchters
Het Nijmeegse stadsbestuur bestelde rond 1640 koperen kroonluchters die je vandaag de dag nog steeds ziet hangen in de kerk. Voor de kosten liet het stadsbestuur de Nijmeegse gilden opdraaien. De 4 grote luchters hebben 30 armen, de 10 kleinere hebben 16 armen. Allemaal bevatten ze schildjes met afbeeldingen die verwijzen naar het gilde dat de kroonluchter betaalde. Het schildje van de eerste luchter in het koor verwijst naar de tandartsen. Zij betaalden in 2007 mee aan het schoonmaken van de kronen. De kroonluchters in de Stevenskerk zijn nooit van elektrische lampen voorzien. Nog altijd branden er op kerstavond en bij andere bijzondere gelegenheden echte kaarsen.
Predikantenborden
In de zeventiende eeuw verscheen het eerste van zeven predikantenborden in de Stevenskerk. Op drie van ervan zie je de namen van alle dominees die tot aan de Tweede Wereldoorlog aan de Stevenskerk verbonden waren. Op de andere worden de predikanten genoemd die in de classis (regio) werkzaam waren. Bij drie van hen staat de term 'ontseijt', hetgeen betekent dat ze uit het ambt gezet zijn, waarschijnlijk omdat ze zich niet aan de geldende leer hielden.
Portalen
Het kunstig versierde houtsnijwerk van de twee toegangsportalen kan zich meten met dat van de Herenbank, Prinsenbank en Kansel. Je komt de kerk binnen door het Grote Zuiderportaal dat voorzien is van prachtige details. Het kleinere portaal zit iets verderop in de gevel. Ook dat mag er zijn qua detaillering en versiering.